Team museale schoonmaak. V.l.n.r.: Olga Tijink, Michelle Reints, Pascal Jejanan, Carolien Slabbekoorn en Elly Oosse.
interview Olga Tijink
‘Altijd al het cement tussen de stenen.’
Is iedere ruimte daarvoor geschikt?
‘We hebben heel kritisch de ruimtes verdeeld. Ongeschikte ruimtes, bijvoorbeeld omdat ze te klein zijn of doodlopen, doen we voor tien uur, geschikte ruimtes na tien uur. Overigens komt iedere ruimte een keer per maand aan de beurt en nemen we iedere maandag één ruimte geheel onder handen, van onder tot boven. Dat betekent dat alles van de wand moet, de kasten, tafels, schilderijen’.
Weet men wat er allemaal achter museale schoonmaak zit?
‘Er kwam vanuit de paleisacademie een verzoek: maak filmpjes van wat jullie doen. Dat werkte heel goed. Enerzijds leg je vast wat je gedaan hebt, ook het hoe en waarom, anderzijds krijgen anderen inzicht in onze werkzaamheden, konden wij delen wat museale schoonmaak is’.
Hoe zit het met jullie ‘behoud’?
‘Alle teamleden zijn VCA-gecertificeerd1 en dus op de hoogte van de veiligheidseisen. In de cursus kwam veel aan bod, maar het hoogtewerk of steigerwerk was heel leerzaam, je wordt bewuster van de gevaren of dingen die je moet vermijden. Tijdens de verplaatsing van een steiger lieten we spullen erop liggen, die kunnen er dan gemakkelijk af vallen. Eigenlijk heel logisch om dat niet te doen’.
Je bent ook gediplomeerd DKS’er.
‘Via dat Dagelijks Kwaliteit Meetsysteem breng ik de kwaliteit van de schoonmaak in kaart. Dat helpt mij die te bewaken en te verbeteren. Overigens zijn de ruimtes verdeeld in museaal, semi-museaal en algemene schoonmaak. Voor dat laatste is schoonmaakbedrijf Hago aangetrokken. De medewerkers hebben een introductie en training van de paleisacademie gehad. Dat was heel leuk en leerzaam, om die groep kennis te laten maken met ons erfgoed en te delen hoe wij de schoonmaak zien’.
Wat is het vervelendste om schoon te maken?
‘Die vraag stel je aan de verkeerde, want ik vind alles wat ik doe leuk, er is niets waarvan ik denk dat is vervelend, behalve door de regen fietsen’.
Ik had kroonluchters als antwoord verwacht.
‘Dat is juist prachtig werk en een fijne klus! Maar ik vind alle objecten, echt zonder uitzondering, iets hebben. Een berenvacht, oude gordijnen. De kroonluchter die boven de Staatsietrap hangt kunnen we trouwens via een katrol laten zakken. Wat ook heel leuk was, was de schoonmaakoplevering, het schoonmaken van ruimtes die klaar waren, dus voor de herinrichting. Vooral de plafonds stofvrij maken was een heel karwei. De stofzuigers bleven op de grond, we gebruikten hele lange slangen die aan de steigers vastzaten met klittenband’.
Je krijgt binnenkort de ondergrondse ruimtes erbij.
‘Klopt, de schoonmaakwerkzaamheden zullen toenemen. Daarom wordt het team uitgebreid, ook omdat we verantwoordelijk zijn voor de buitenlocaties als het Restauratieatelier en het Zaadhuis. Het maakt mijn werk nog afwisselender en fijner dan het al was. Ik ben hier echt op mijn plek’.
Na de modevakschool kwam Olga Tijink in de schoonmaak terecht. Ze werkte bij bedrijven, in een hotel en toen was er een vacature bij Paleis Het Loo: ‘Als op mijn lijf geschreven. Ik dacht dat kan ik, daar ben ik goed in!’. Intussen is Olga Senior Medewerker Museale Schoonmaak. Met zicht- en hoorbaar plezier en enthousiasme vertelt ze over haar functie, teamleden en wat er allemaal bij de schoonmaakwerkzaamheden komt kijken.
Senior?
‘Toevallig kwam ik mijn contract van toen tegen: ‘‘Medewerker Facilitaire Dienst, 12,5 uur per week’’. Gaandeweg ben ik steeds meer uren gaan draaien. De vernieuwing en verbouwing gaat gelijk op met een organisatieverandering, het gaat allemaal professioneler en slagvaardiger. Daar hoort ook een team Museale Schoonmaak bij, met een nieuwe rol voor een Senior Medewerker. Opnieuw dacht ik, dat is iets voor mij, want ik ben altijd al het cement tussen de stenen, begeleidend en coachend. Dat vond de organisatie ook’.
Wat is er museaal aan schoonmaak?
‘Het draait om de behandeling van objecten. Je werkt niet vanuit ‘‘schoon’’, maar vanuit behoud. Dat is een wezenlijk verschil. Tijdens de uithuizing bleek dat de manier waarop wij de collectie behandelden, niet helemaal goed was. Daarom kregen we trainingen van medewerkers van het cluster Kennis & Collectie. Een theoretisch gedeelte en naderhand op locatie, ‘‘training on the job’’. Zo vertelden de restauratoren hoe je met objecten moet omgaan of welke middelen en materialen je beter kunt gebruiken. Deze trainingen zijn ook geborgd in de paleisacademie, zodat nieuwe medewerkers snel op de hoogte zijn van wat wel en niet kan’.
Jullie zien vaak als eerste of er iets mis is.
‘Wij zijn inderdaad de ogen en oren en hebben ook een signalerende rol. Op het moment dat wij constateren dat een object meer aandacht nodig heeft dan wij kunnen geven, is er een directe lijn met de verantwoordelijke collega’s. Alles wat geconstateerd wordt, staat in een soort levend document, zodat we precies weten wanneer en wat er is gebeurd én wat ermee gedaan is. Die terugkoppeling is van groot belang’.
Welke materialen gebruiken jullie?
‘Lange tijd waren dé middelen struisvogelveren plumeaus in combinatie met stofdoeken. Maar die zorgen voor te veel schade, je kunt met een plumeau blijven haken of je verplaatst stof. De vervanger is de museale stofzuiger, waarvan de zuigkracht aangepast kan worden. Borstels met metaal zijn ook uit den boze, die zijn vervangen door dassenharen borstels met houten handvatten, kwasten eigenlijk. De truc is tegelijkertijd afborstelen en stofzuigen. Schoonmaakmiddelen gebruiken we niet, behalve klamvochtige suède microvezel doeken voor het plexiglas en de ramen’.
Wanneer maak je eigenlijk schoon?
‘Voorheen vonden de schoonwerkzaamheden voor tien uur ’s ochtends plaats, voordat de bezoekers kwamen. Daar zaten nadelen aan. In tweeënhalf uur kun je enkele kamers globaal schoonmaken. Ook kreeg de collectie te weinig aandacht. Straks werken we tot half een ’s middags, dus deels als het museum open is’.
Geen moeite met bekeken worden?
‘Degenen die dit werk doen zijn sowieso zorgvuldig, alert en kunnen uitstekend focussen. Alle teamleden werken rustig en geconcentreerd, ook als bezoekers toekijken. Dat heeft juist een meerwaarde, die zichtbaarheid draagt bij aan de beleving, voegt echt iets toe aan het bezoek’.
“Dat heeft juist een meerwaarde, die zichtbaarheid draagt bij aan de beleving, voegt echt iets toe aan het bezoek.”
“Dat heeft juist een meerwaarde, die zichtbaarheid draagt bij aan de beleving, voegt echt iets toe aan het bezoek.”
“Ik vind alles wat ik doe leuk, er is niets waarvan ik denk dat is vervelend, behalve door de regen fietsen.”
“De stofzuigers bleven op de grond, we gebruikten hele lange slangen die aan de steigers vastzaten met klittenband.”
1 De Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers is tien jaar geldig.